woensdag 6 april 2011

Onderwijs: probleem en oplossing (deel 1)

DEEL 1

Om te kunnen spreken over onderwijs, zal eerst gedefinieerd moeten worden wat onderwijs is en hoe het werkt. Te veel wordt in de huidige (onderwijs-)maatschappij uitgegaan van aangenomen begrippen die uiteindelijk het onderwijs vorm geven. Wellicht is het juist beter, terug te gaan naar wat onderwijs eigenlijk inhoud: de behoefte van de een om iets te leren en de behoefte van een ander om kennis te delen.

Visie op leren

Mijn persoonlijke visie op leren, is er een die verder gaat dan de veelal geaccepteerde visies [1], in het onderstaande licht ik dat graag toe.

Een ‘leer’-proces moet per definitie een ‘synergetische alternerende integratieve interactie van kennisuitwisseling’ zijn. Deels ligt dit al besloten in het woord ‘leren’. We zien hierin namelijk de wonderlijke alternerende interactie van het ‘leren aan’ gepaard gaan aan het ‘leren-van’. In deze interactie tussen twee partijen ‘leert-aan’ afwisselend de ene partij en ‘leert-van’ de andere partij.

Om een optimaal effect van dit proces te bereiken moeten beide partijen bereid zijn tot - zich open stellen voor - ‘leren-aan’ en ‘leren-van’. Op die wijze stijgen beide partijen gezamenlijk naar een steeds hoger niveau. Van kennis naar kennisoverdracht en dus kennisuitwisseling, via informatie en informatieoverdracht en dus informatie-uitwisseling naar wederzijds ‘leren’. [2] Hierdoor ontstaat als vanzelf, door de verbinding en integratie van informatie van beide partijen, nieuwe informatie: synergie.

In het Nederlands geeft het woord ‘leren’ de intentie tot ‘legen’ aan: de ene partij ‘leegt’ de andere partij. Natuurkundig gezien moet ergens een ‘vat’ gevuld worden als een ander ‘vat’ ‘geleegd’ wordt. Hierbij gaat men er van uit dat, indien de ‘leerling’ de ‘leraar’ leegt, automatisch de ‘leerling’ naar een hoger (kennis-)niveau stijgt.

De aanname dat de ‘leraar’ geleegd wordt door de ‘leerling’ is echter een puur theoretische. Mogelijk maakt namelijk de ‘leraar’ de ‘leerling’ ‘leger’, als de ‘leraar’ niet in staat is te ‘leren-aan’ en daardoor de ‘leerling leegt’.

Uitgaan van de gedachte dat de ‘leerling’ de ‘leraar’ moet ‘legen’ vooronderstelt de behoefte van de ‘leerling’ tot ‘leren’, wat in een ‘leer’plicht in het geheel geen automatisme is.

In het hierboven bedoelde ‘leren’ en het ‘leerproces’ ontstaat vanuit de behoefte van beide partijen om te ‘leren’ als vanzelf een ‘afstemming op elkaar’. Dit is een noodzakelijke situatie om beider behoefte te bevredigen waardoor ‘leren’ door beide partijen opeens weer leuk is, aantrekkelijk blijft en meerwaarde oplevert. Dit in tegenstelling tot andere vormen van kennisoverdracht / leerprocessen waar door bijvoorbeeld ‘plicht’, doorgaans van de ‘leerling’, het ‘voorstaan op de eigen deskundigheid’, doorgaans van de ‘leraar’, het niet bereid zijn te ‘leren’, van een of beiden, geen afstemming ontstaat. In die situatie wordt immers uitsluitend ‘oude’ informatie doorgegeven wat per definitie resulteert in minimaal ‘stilstand’ en veelal in ‘achteruitgang’. Immers: doordat er geen synergie ontstaat, ontstaat immers geen nieuwe informatie.

Het zal duidelijk zijn dat het niet mogelijk is iemand te ‘verplichten’ om te ‘leren’.

‘Leren’ kan uitsluitend ontstaan vanuit de ‘behoefte’ kennis, kunde, vaardigheid te verwerven. Zonder die behoefte kan wellicht iemand ertoe gebracht worden (theoretische-)kennis op te slaan tot na het moment van toetsing daarvan. Op dezelfde wijze waarop een Pavlov-hondje blijft onthouden dat op het belletje voedsel volgt zolang deze situatie in stand blijft maar na een termijn waarin niet aan de gevolg-voorwaarden wordt voldaan, deze conditionering weer ‘vergeet’. [3] Omdat de kennis niet ‘eigen’ is gemaakt, geautomatiseerd, zal deze in korte tijd wegzakken naar de achtergrond. Zo is een ‘leer’ling gevormd die informatie opslaat in een korte termijn geheugen en deze laat toetsen maar, in veel gevallen, na afloop van de opleiding in wezen niet voldoet aan wat gewenst is. Dit uiteraard regulier onderwijskundig gezien, binnen een systeem waarin ‘eenheids-worst’ wordt opgeleid.

Belangrijk in deze denkwijze is, dat geen afzonderlijk onderwijs hoeft te worden ontwikkeld voor de zogenaamde niveaus. Een te ontwikkelen onderwijspakket vormt ‘slechts’ een handvat voor de te verzorgen lessen en is een hulpmiddel de ‘leerling’ te prikkelen op het eigen niveau verder te gaan in interactie met de ‘leraar’ en mede-‘leerlingen’. Het lespakket kan worden gebruikt op elk niveau en het samenspel tussen leerlingen en leraar, de interactie, de synergie, zorgt er als vanzelf voor dat het onderwerp behandeld wordt op het niveau dat door de ‘leerling’ gevraagd wordt. Uiteraard leidt dit tot verschillen tussen leerlingen als groepen en leerlingen als individu waardoor een natuurlijke glijdende schaal van niveaus ontstaat.

[1] http://www.trouwcommunities.nl/onderwijs/interactief/blogs/186/114.html

[2] http://nl.wikipedia.org/wiki/Leren

[3] http://nl.wikipedia.org/wiki/Hond_van_Pavlov

Geen opmerkingen:

Een reactie posten