donderdag 7 april 2011

deel 3: Heeft CAM de potentie (ooit) volwassen te worden? Volwassenwording van het ondergeschoven kindje “CAM”

Beroepsgroepen

Een volgende stap is het bekijken van de beroepsgroepen die werkzaam zijn binnen het zogenaamde CAM-domein. Ongetwijfeld kan de lezer inmiddels zelf invullen dat daarin eenzelfde beeld ontstaat als ten aanzien van de behandelaars en de opleidingen. Grotendeels zijn weer dezelfde figuren toepasbaar als bij de bespreking van het CAM-domein en de CAM-opleidingen. Onder de beroepsgroepen zien we dezelfde verdeling in behandelaars met artsenvooropleiding en niet-arts-behandelaars. In mindere mate zien we specifieke beroepsgroepen per behandelvorm. Meerdere beroepsgroepen accepteren leden vanuit verschillende disciplines. Daar staat tegenover dat beroepsgroepen een scala aan randvoorwaarden verbinden aan het lidmaatschap en daarnaast veelal een aantal niveaus van lidmaatschap aanbieden. Per saldo geeft dit niet meer (zo niet: minder) helderheid dan de indeling in behandelaars en opleidingen al geeft.

Samenwerking onderling

Het vierde onderwerp is de onderlinge samenwerking tussen behandelaars. Opmerkelijk genoeg is van enige onderlinge samenwerking over het algemeen weinig merkbaar. Incidenteel werken enkele behandelaars samen, er bestaan zelfs enkele (grotere) groepspraktijken waarin behandelaars vanuit verschillende disciplines samenwerken. Echter: het doorverwijzen naar een behandelaar die beter past bij problematiek waarmee een cliënt zich meldt of voor de behandeling van delen van die problematiek komt maar weinig voor.

Niet in de laatste plaats doordat behandelaars uit een bepaalde discipline, nauwelijks weten wat een andere discipline kan beteken voor ‘hun’ cliënt. Teveel (althans in mijn ogen) proberen individuele behandelaars binnen hun eigen discipline problematiek op te lossen en kijken ze te weinig naar de mogelijkheden die andere disciplines bieden en wellicht beter zouden zijn voor hun cliënt of mogelijk de behandelduur/-intensiteit zouden kunnen verminderen.

Samenwerking met regulier

Hoewel, incidenteel, reguliere behandelaars (veelal artsen) patiënten doorverwijzen naar behandelaars binnen het CAM-domein, is dit zeker geen gemeengoed. Zoals CAM-behandelaars amper informatie hebben over de mogelijkheden binnen andere dan hun eigen discipline, is die kennis onder reguliere behandelaars doorgaans nog minder aanwezig. Daarbij komt uiteraard dat een regulier behandelaar niet gemakkelijk geneigd zal zijn een patiënt naar CAM door te verwijzen juist vanwege de verdeeldheid binnen dat domein.

Vanaf de zijde van CAM zien we te weinig dat de behandelaar, na afloop van een behandeling, en eventueel tussentijds, een rapportage stuurt aan de behandelend/doorverwijzend regulier arts of huisarts, om deze geïnformeerd te houden.

Maatschappelijke presentatie

Maatschappelijke presentatie valt uiteen in een aantal onderdelen die, vanwege de onderlinge verschillen, afzonderlijk beschouwd worden.

Presentatie behandelaar

De meeste beroepsverenigingen verbieden, terecht of onterecht, dat bij hen aangesloten behandelaars “reclame” maken. Een eigen website, vermelding bij de beroepsvereniging en mond-tot-mond-reclame is doorgaans de weg waarlangs cliënten zich melden. Doorverwijzing vanuit het reguliere circuit is te minimaal om een wezenlijk aandeel te leveren.

Kijkend naar de (betrouwbare) informatie richting maatschappij zien we, dat veelal prachtig ingerichte websites een keur aan informatie geven die echter onderling niet vergelijkbaar is en in veel gevallen elkaar bepaald niet aanvult, eerder tegenspreekt. Daarbij bekwamen veel behandelaars zich in een reeks van disciplines, elk naar gelang eigen behoefte, inzicht en de mate waarin deze de betreffende behandelaar aanspreekt. Deze worden (terecht op de website vermeld.

Op zich is daar niets op tegen maar het maakt wel dat (bijvoorbeeld) een homeopaat zelden uitsluitend homeopaat is maar daarnaast ook andere disciplines beoefend. Dit is uiteraard op allerlei disciplines van toepassing. Voor ‘het publiek’ ontstaat daardoor een onontwarbaar geheel van behandelaars die onvoldoende vergelijkbaar zijn en, doordat veelal de instituten waar de opleidingen zijn gevolgd enerzijds niet vermeld worden en anderzijds (als ze wel vermeld worden) onbekend zijn bij het publiek.

Presentatie beroepsgroep

Van het bestaan van beroepsgroepen is in de maatschappij doorgaans nog minder bekend. Aangezien veelal klachtafhandeling verloopt via de beroepsgroep, komt een cliënt daarmee pas in aanraking als er een reden tot klagen is. Natuurlijk hebben een aantal behandelaars informatie over ‘hun’ beroepsgroep in de wachtruimte beschikbaar maar de mate waarin die belangstelling opwekken bij de cliënten die wachten op behandeling is twijfelachtig.

Opmerkelijk genoeg zijn er verschillende beroepsgroepen die beroepsprofielen beschikbaar hebben voor bepaalde disciplines en daarmee een toelatingsbeleid hanteren. Ook hier geldt echter dat een profiel geen absolute voorwaarde is (behandelaars zouden een ander niveau lidmaatschap aan kunnen gaan) en niet alle beroepsgroepen hanteren dezelfde normering.

Presentatie opleiders

Opleiders presenteren zich breed aan de maatschappij. Via alle media is informatie beschikbaar over opleiders en de door hen beschikbaar gestelde opleidingen. Echter: aan normering, zodat opleidingen onderling vergeleken kunnen worden, ontbreekt het, evenals het ontbreekt aan een algemene koepel waar opleiders geregistreerd en gecontroleerd worden. Uiteraard bestaat de Federatie Opleiders Natuurlijke Geneeswijzen, FONG, maar registratie en of lidmaatschap is geenszins verplicht voor opleiders en het blijft de vraag wat de voordelen van lidmaatschap zouden zijn. Leden zijn derhalve volkomen vrijwillig lid.

Los hiervan, presenteren opleiders zich op basis van hun eigen oordeel over de aangeboden opleiding en zelden met vermelding van het gehele curriculum dat ze aanbieden. De wijze van studiepunten toekenning is veelal niet vermeld (evenals de opbouw, samenstelling en inhoud van het curriculum vaak ontbreekt) en in hoge mate wordt gestrooid met termen als hbo-opleiding, bacheloropleiding en zelfs masteropleiding, zonder dat controleerbaar is OF de opleiding daaraan voldoet (buiten de eigen beoordeling ervan) en compleet los van het gegeven dat deze opleiders helemaal niet het recht hebben een bachelor of een master getuigschrift af te geven (hetgeen is voorbehouden aan initiële en aangewezen opleiders).

In hoeverre een aangeboden ‘opleiding’ voldoet aan de normen vaneen ‘beroepsopleiding’(in deze zelf tot “zelfstandig beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg”) is volkomen onduidelijk.

Presentatie CAM

Jaarlijks vinden grote aantallen presentaties van het brede CAM-domein aan het publiek vinden plaats met een brede variatie aan doelstellingen maar het blijft de vraag in hoeverre ze werkelijk het publiek informeren.

Als gevolg van de verdeeldheid binnen het CAM-domein is binnen het domein nauwelijks geld beschikbaar voor presentaties. Zelfs voor de absoluut noodzakelijke vakliteratuur is te weinig geld beschikbaar. Het gevolg hiervan is, dat voor elke activiteit (of het nu een symposium of een vakblad is) sponsors gezocht moeten worden om de kosten te dekken. Veelal worden fabrikanten en leveranciers die zich richten op het CAM-domein om sponsoring gevraagd aangezien andere bronnen (zoals subsidies) veelal volkomen onbereikbaar zijn. Nadeel hiervan is, dat (volgens het principe ‘wie betaald, bepaald’) de onafhankelijke informatieverzorging in de verdrukking raakt. We zien zelfs dat in de afgelopen jaren meerdere activiteiten sponsoring ontvingen van instanties en andere spelers op zowel de CAM als de reguliere markt, waarbij die sponsors na korte tijd de doelstelling van de activiteit dermate gingen bepalen dat deze niet meer past in het CAM-domein en/of geen onafhankelijke standpunten meer in kan nemen.

Presentaties bedoeld voor de beroepsbeoefenaars zijn gedurende de afgelopen jaren genoodzaakt geworden, hun deuren steeds meer te openen voor het ‘leken’-publiek waardoor ofwel de presentatie zich te veel ging richten op het publiek en daarmee de beroepsbeoefenaar kwijt raakte ofwel door gericht te blijven op de beroepsbeoefenaar een verkeerd beeld presenteerde aan de leek.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten